Aanvraag referendum sleepwet

ISOC-NL heeft zich sinds de publieke consultatie in juni 2015 kritisch uitgelaten over het Kabinetsvoornemen bevoegdheden van de Nederlandse diensten significant uit te breiden door middel van een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Na twee jaren is de nieuwe wet door Tweede en Eerste Kamers aangenomen, een ongerichte, technologie-neutrale interceptie-bevoegdheid incluis: het zogenaamde ’sleepnet’.

De nieuwe Wiv moet ingaan per 1 januari 2018 a.s. Het eindresultaat is voor velen teleurstellend, ondanks pogingen om via bijvoorbeeld geensleep.net parlementariërs te overtuigen dat ongerichte bulk-interceptie buitenproportioneel en dus ongewenst is. Voor ISOC-NL zijn vooral nut en noodzaak van het ‘sleepnet’ niet aangetoond: waarom is het nodig om op grote schaal communicatie van onschuldige burgers te onderscheppen? Daarbij is het toezicht niet toereikend en onvoldoende transparant.

Een groep bezorgde studenten heeft dan ook het initiatief genomen om de wet in de vorm van een raadgevend referendum direct aan de burgers voor te leggen. De eerste 10.000 handtekeningen zijn verzameld, en nu is men op weg naar de 300.000. Als je het houden van een referendum over de Wiv steunt, kun je dat via sleepwet.nl kenbaar maken. De organisatoren zorgen er dan voor dat je verklaring geprint wordt en bij de Kiesraad terecht komt.

Zie https://teken.sleepwet.nl/faq.html . Als je liever je gegevens niet deelt dan kun je direct via de Kiesraad het formulier downloaden, invullen, uitprinten en opsturen: referendumovereenwet.nl

Tekenen kan tot en met 12 oktober aanstaande. ISOC Nederland is niet direct betrokken bij de organisatie, maar juicht het voeren van een brede maatschappelijk discussie over dit onderwerp meer dan toe. Wanneer het daadwerkelijk tot een referendum komt, zal ISOC Nederland in samenspraak met haar leden actief campagne gaan voeren met anderen. We houden je op de hoogte!

Eerdere publicaties van ISOC-NL over de Wiv: Wat moeten we met de Wiv? Deel I, Deel II, Deel III.