Op 10 oktober 2024 hadden we de eer om tijdens het evenement Internet in Beeld: Verleden, Heden & Toekomst te luisteren naar Raoul White, een pleitbezorger van sociale rechtvaardigheid en digitale inclusie. Deze datum had een bijzondere betekenis, niet alleen vanwege de historische locatie van Felix Meritis, waar in 1861 werd gesproken over de afschaffing van slavernij, maar ook omdat het Dag der Marrons was. Op deze dag worden de veerkracht en strijd herdacht van de Marrongemeenschappen – de afstammelingen van tot slaaf gemaakten die zich wisten te bevrijden en hun eigen gemeenschappen opbouwden in Suriname. Deze historische context gaf de toespraak van Raoul een extra dimensie, waarin verleden en toekomst samenkwamen.
Raoul sprak vanuit een diep historisch perspectief, waarbij hij niet alleen de impact van het slavernijverleden belichtte, maar ook inging op de rol van het internet als katalysator voor economische groei en gelijkwaardige samenwerkingen tussen Nederland en de Afrikaanse diaspora, waaronder Suriname en de Caribische eilanden. Het belang van deze dag en plek onderstreepten zijn boodschap: dat het internet niet alleen een middel is voor vooruitgang, maar ook een essentieel instrument voor herstel en rechtvaardigheid.
Als nazaat van tot slaaf gemaakten deelde Raoul zijn persoonlijke betrokkenheid bij de zoektocht naar herstel en economische gelijkheid. Hij benadrukte het belang van gelijke toegang tot het internet, niet alleen als basis voor kennis en cultuuruitwisseling, maar ook als cruciaal middel voor economische ontwikkeling. Hij pleitte ervoor dat landen in de Afrikaanse diaspora, zoals Suriname, toegang moeten hebben tot de kansen die het digitale tijdperk biedt. Dit zou niet alleen leiden tot welvaart, maar ook bijdragen aan gelijkwaardige handelsrelaties tussen deze landen en Nederland.
Met zijn krachtige boodschap inspireerde Raoul ons om verder te kijken dan het verleden en actief bij te dragen aan een inclusieve digitale toekomst, waarin iedereen – ongeacht afkomst of locatie – toegang heeft tot de kansen die het internet biedt. Zijn visie verbindt de strijd van het verleden met de mogelijkheden van de toekomst, waarin digitale inclusie en economische rechtvaardigheid hand in hand gaan.
het gesproken woord telt.
Geachte aanwezigen,
Het is bijzonder hier vandaag te staan.
Dit is een historische plek, deze ruimte, hier in Felix Meritis. Ruim anderhalve eeuw geleden, op 7 maart 1861 om precies te zijn, werd hier een verhandeling gehouden over de afschaffing van slavernij in de Nederlandse koloniën. Aan het woord was een oud-gouverneur van Suriname.
Vandaag staan wij hier om opnieuw over herstel en rechtvaardigheid te spreken, maar ook over hoe we vooruit kunnen kijken naar de toekomst. De vraag die daarbij centraal staat is deze: hoe kunnen we met gelijkwaardige handelsrelaties en economische ontwikkeling het fundament vormen voor een vruchtbare samenwerking tussen Nederland en de Afrikaanse diaspora, waaronder Suriname en de Nederlandse Antillen?
Als nazaat van tot slaaf gemaakten voel ik een grote verantwoordelijkheid om hier te spreken. De strijd van mijn voorouders, hun dromen en hoop, zijn op deze plek voelbaar. Vandaag is het aan ons om die nalatenschap tot meer te maken dan een erfenis uit het verleden. Het is aan ons om ook actief bij te dragen aan het herstel van de schade die het slavernijverleden teweeg heeft gebracht.
Bijdragen aan economische ontwikkeling is een manier om dat te doen. En toegang tot het internet – het raam op de wereld – is daar een heel belangrijk middel voor.
In Nederland is dat een vanzelfsprekendheid. Bijna iedereen hier heeft toegang tot internet. Maar dat is lang niet overal zo. Lang niet iedereen heeft toegang tot de kansen, ongeacht geografische ligging, afkomst of economische achtergrond, die het internet zou kunnen bieden. Lang niet iedereen plukt de vruchten van het internet als motor voor economische groei en welvaart. Lang niet iedereen heeft de mogelijkheid om via het internet wereldwijd ideeën, kennis en cultuur te delen, en meer te weten over de eigen culturele banden en identiteit.
Er liggen nog heel veel kansen op vooruitgang voor veel landen in de Afrikaanse diaspora, zoals Suriname en de Caribische eilanden van het Koninkrijk. Voor deze landen biedt toegang tot het internet een kans op groei en ontwikkeling richting een positie als gelijkwaardige handelspartners van Nederland.
De toegang tot informatie, de mogelijkheid om kennis te delen, en de verbondenheid met mondiale markten bieden mogelijkheden voor economische ontwikkeling die we ons slechts enkele decennia geleden nauwelijks konden voorstellen. En dat is precies waar wij ons vandaag op moeten focussen: hoe Nederland deze groei kan faciliteren, als onderdeel van herstelmaatregelen voor het slavernijverleden.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is de oprichting van het eerste ISOC-chapter in Suriname, dat de weg vrij moet maken voor bredere internettoegang en het bouwen van bruggen tussen de diaspora en Nederland. Een belangrijke stap in de richting van gelijkwaardige partnerschappen.
Dat dit geïnitieerd is onder leiding van Ruben Brave, de eerste zwarte voorzitter van Internet Society Nederland in haar 25-jarig bestaan, geeft deze ontwikkeling nog meer betekenis. Het symboliseert de toegenomen erkenning van de cruciale rol van de Afrikaanse diaspora in het digitale tijdperk. En het laat zien dat inclusiviteit en gelijkwaardigheid ook bij ISOC hoog in het vaandel staan.
We hebben vandaag de kans het tij te keren. Door toegang tot het internet te bevorderen en te investeren in digitale infrastructuur kunnen Suriname en de eilanden van het Koninkrijk economisch de weg vooruit vinden. Dat is goed voor ondernemers die willen concurreren en samenwerken, wat uiteindelijk leidt tot welvaart en economische gelijkheid.
Toegang tot internet is de basis voor 21% van de economische groei in ontwikkelde economieën de afgelopen vijf jaar. Dit is geen geringe prestatie. Maar het is ook pas het begin. De digitale economie groeit in een razend tempo, en het internet biedt ontwikkelingslanden de kans om sprongen te maken die anders onmogelijk zouden zijn geweest.
Het stelt ondernemers in staat toegang te krijgen tot internationale markten, nieuwe bedrijfsideeën te ontwikkelen en te profiteren van wereldwijde netwerken. En het kan bijdragen aan het versterken van de handelsbetrekkingen tussen Nederland en de landen in de Afrikaanse diaspora, doordat de handel niet langer eenzijdige exploitatie is, maar een gelijkwaardige uitwisseling van ideeën, goederen en diensten.
Zo wordt het mogelijk voor kleine en middelgrote bedrijven om te concurreren met de grootste spelers op het wereldtoneel. Surinaamse en Caribische Nederlandse bedrijven kunnen hun producten en diensten rechtstreeks aanbieden aan consumenten in Nederland en daarbuiten. Dat zorgt voor werkgelegenheid, voor meer economische zelfstandigheid en een levendigere lokale economie. Stuk voor stuk voorwaarden voor échte economische ontwikkeling.
Ik wil vandaag pleiten voor een nationaal beleid dat internettoegang beschouwt als onderdeel van herstelmaatregelen voor de economische ontwikkeling van de Afrikaanse diaspora. Dat betekent dat we moeten investeren in digitale infrastructuur. Niet alleen in Nederland, maar ook in onze voormalige koloniën.
Daarmee vervullen we een morele plicht: het corrigeren van de historische onrechtvaardigheden die deze gemeenschappen hebben geleden. Dat staat voorop. Maar we plukken er hier ook de vruchten van. Bij economische vooruitgang elders is ook onze economie, zijn ook onze ondernemers, gebaat.
En laten we duidelijk zijn: in onze digitale wereld is internettoegang geen luxe, maar noodzaak. Het is een mensenrecht en een voorwaarde voor economische rechtvaardigheid.
Laten we er dus voor zorgen dat de landen van de Afrikaanse diaspora niet achterblijven, maar juist floreren. Laten we bouwen aan een toekomst waarin gelijkwaardige handelsrelaties de norm zijn. En laten we ervoor zorgen dat internettoegang de sleutel is tot economische groei en brede welvaart voor iedereen in de wereld.
Tot slot: u ziet hier op het scherm al een tijdje een citaat staan: ‘Als wij de stenen uit ons verleden niet oprapen, dan struikelen onze kinderen erover.’
Het is een Surinaams gezegde, dat volgens mij heel goed samenvat waar het vandaag in wezen over gaat. Omgekeerd geldt: als we oog hebben voor wat in het verleden is gebeurd, dan kunnen we herstellen wat fout is gegaan. En dan kunnen onze kinderen daar de vruchten van plukken.
We kunnen onrecht rechtzetten en bouwen aan een toekomst voor iedereen. Stenen oprapen, zodat onze kinderen – en kleinkinderen – er niet over struikelen.
Dank u wel.