Internet in Beeld: Verleden, Heden & Toekomst –Terugblik op de keynote van Focco Vijselaar, CEO van VNO-NCW: Geopolitiek en Internet Governance

Tijdens het 25-jarig jubileum van Internet Society Nederland leverde Focco Vijselaar, CEO van VNO-NCW, een inspirerende keynote over de impact van geopolitiek op internet governance en de digitale economie. Met het internet als cruciaal platform voor economische en maatschappelijke ontwikkeling, legde Vijselaar de nadruk op de noodzaak van digitale soevereiniteit en strategische autonomie voor Nederland en Europa.

Hij besprak hoe wederzijdse afhankelijkheden, zoals die in de semiconductormarkt, kansen kunnen bieden voor Europese en Nederlandse bedrijven. Daarnaast onderstreepte hij het belang van coalities en de versterking van competenties in opkomende technologieën zoals AI, waarbij hij de uitdagingen benoemde om niet achter te blijven bij grootmachten zoals de VS. Vijselaar benadrukte ook het potentieel van datadeling en sectorale datastrategieën om innovatie te stimuleren en maatschappelijke waarde te creëren, bijvoorbeeld in de zorg en klimaatinitiatieven.

De keynote bood waardevolle inzichten voor ondernemers, beleidsmakers en technologische innovators, met een duidelijke oproep om samen te werken aan een veerkrachtige en autonome digitale toekomst. Internet Society Nederland kijkt terug op een bijzonder moment waarop de balans tussen technologische vooruitgang en geopolitieke realiteit centraal stond.

c) foto’s door Elena Fidanovska, beschikbaar middels CC BY-SA 4.0

het gesproken woord telt.

“Internet Society Nederland bestaat nu 25 jaar, het Internet ruim 50 jaar.

Geopolitiek speelde daarin altijd al een rol, het was immers ooit een initiatief van de Amerikaanse defensie om niet verrast te worden door nieuwe technologie van andere staten. Toch is er de laatste jaren wel het een en ander veranderd.

Wij leven in toenemende mate in een digitale economie, in een digitale samenleving. Maar ook in een wereld die onveilig voelt, zowel in militaire zin als in economische zin. Onze afhankelijkheid van andere landen voor energie, essentiële grondstoffen en technologie, die onmisbaar zijn voor het functioneren van onze vitale sectoren, maakt Europa (en Nederland) kwetsbaar. Deze nieuwe realiteit vraagt om een sterk Europa dat zijn eigen broek op kan houden, gecombineerd met een sterke bedrijvenbasis. Kortom, geopolitieke en technologische ontwikkelingen vragen om digitale en economische weerbaarheid.

Recentelijk is binnen ISOC NL gesproken over soeverein zijn en de macht hebben over onze digitale toekomst, over digitale soevereiniteit. Vandaag is mijn insteek meer gebaseerd op autonomie, het hebben van voldoende keuzes. Hoe zorgen we daarvoor?

Daar moet je iets aan doen. Het is dan ook goed om dit terug te zien in de agenda van de overheid op Digitale Strategische Autonomie. Werken aan het versterken van de Nederlandse competenties in AI bijvoorbeeld. In de vorm van coalities, want daar zijn we in Nederland goed in. Maar het is natuurlijk niet zo dat we de achterstand op de VS in de ontwikkeling van basistechnologieën zoals AI en cloud makkelijk inhalen.

Gelukkig is er niet sprake van een 1-op-1 catch-up spelletje, van precies hetzelfde doen. Competitiever en minder afhankelijk worden kan ook op andere manieren. Bijvoorbeeld door in te zetten op wederzijdse afhankelijkheden, eigenlijk het fundament onder een wereldeconomie. Het bekende voorbeeld daarvan is semicon, een handelsketen die zo ‘global’ is dat het zelfs op Europees niveau ondenkbaar is om volledig autonoom te worden. Het gaat erom een seat at the table te hebben, een positie die ook anderen afhankelijk van jou maakt. En in het geval van semicon hebben we die, zelfs specifiek in Nederland.

Een tweede perspectief biedt het bouwen van specifieke, sterke posities rondom toepassingen, als het ware bovenop de grote platforms. Dit doet een beroep op de digitale transformatie van bestaande bedrijven. Bijvoorbeeld door onze sterke kennisbasis in de agrarische sector te combineren met digitale technologie. Met sensornetwerken (IoT) kunnen veel data worden verzameld om te komen tot ‘smart agriculture’: op het juiste moment kan de grond worden voorzien van de juiste nutriënten, bestaande knowhow, gecombineerd met IoT-data en de inzet van AI.

Het kunnen voortbouwen op technologieën van grote technologiebedrijven is dan niet bij voorbaat een probleem, maar biedt ook kansen.

Daarnaast zijn er mogelijkheden voor kaders en randvoorwaarden die zorgen voor een gelijk speelveld en die innovatie stimuleren. Ik zal er een aantal noemen:

Het meest in het oog springende is natuurlijk de regelgeving. De afgelopen jaren is daar met name door de EU flink werk van gemaakt, denk aan de Digital Services Act, de Digital Market Act, de Data Act en de AI Act. Allemaal bedoeld om digitalisering in goede banen te leiden, maar ook om goede condities te scheppen voor digitale innovatie. Dit vraagt echter wel om zorgvuldige en samenhangende implementatie; we willen natuurlijk niet de regeldruk op met name mkb-ondernemingen nog verder vergroten en daarmee innovatie afremmen.

Een ander kader betreft het data-vraagstuk. Is er een alternatief voor de datacumulatie op de grote platformen? Hoe benutten we de data die bedrijven hebben opgebouwd voor hun dagelijkse processen?

Ik zie daar op zijn minst twee kansen. Vrijwillige datadeling is een alternatief economisch model. Voor bedrijven is dit van nature een lastig fenomeen, zij houden graag data binnen hun eigen domein, bijvoorbeeld om IP te beschermen. Maar regelgeving zoals de Data Act biedt hier al wel bescherming. Dit vraagt wel van bedrijven dat zij een sprong vooruit maken, door te investeren in projecten die ze niet volledig kunnen overzien en waarvoor nieuwe businessmodellen moeten worden opgezet.

Er zijn veel onzekerheden, maar dat er in potentie een business case is, dat zien bedrijven en organisaties wel. Een eenvoudig voorbeeld: iedereen begrijpt dat als vervoersbedrijven hun data delen, de eindgebruiker de meest optimale reis van A naar B kan maken. En dat dit waarde heeft voor die eindgebruiker, waar hij waarschijnlijk voor wil betalen.

Zo zijn er talloze ‘value cases’ te maken, niet in het minst ook met hoge maatschappelijke waarde. Denk bijvoorbeeld aan wat er allemaal mogelijk zou zijn bij goede datadeling in de zorg. Om nog maar te zwijgen over datadelen tussen sectoren. Bijvoorbeeld om CO2-reductie te realiseren met slimme verkeerssystemen, door data van verzekeraars, autoproducenten, Rijkswaterstaat en sensoren over het weer te combineren.

Een andere kans zie ik in dataspaces: breng sectorale kennis bij elkaar en maak deze toegankelijk voor bedrijven en andere organisaties. Zoals de EHDS, de Europese Health Data Space, die onder druk van de covidcrisis tot stand kwam. Laten we dat voorbeeld volgen in andere sectoren, maar dan liefst zonder crisis.

Op het gebied van cloudinfrastructuur en -platforms speelt de vraag hoe Europese bedrijven hier een rol kunnen spelen. Ook hier is een 1-op-1 catch-up niet voor de hand liggend.

Het is echter duidelijk dat standaarden en interoperabiliteit de mogelijkheden voor andere aanbieders van clouddiensten kunnen vergroten. Met het oog op de toekomstige ontwikkeling van digitale technologie is het daarom essentieel dat Nederlandse of Europese bedrijven een proactieve rol nemen in standaardisatiefora. Er is al een kader in de vorm van de Digital Markets en Data Act die het makkelijker maken voor kleinere bedrijven om met de grote platformen te concurreren en Europese bedrijven kansen biedt om daarop voort te bouwen.

Tot slot zijn we vandaag te gast bij ISOC NL. ISOC bestempel ik graag als de ‘hoeders van het internet’. Hun missie, ik citeer: “ISOC streeft naar een open, neutraal, gedecentraliseerd en voor iedereen toegankelijk en betrouwbaar internet.” In de kern gaat het hier volgens mij om één woord: vertrouwen.

Vertrouwen is uitermate belangrijk voor ondernemers. Het internet als meta-platform om zaken te doen, om klanten te bedienen, om digitale oplossingen te bieden voor problemen van burgers en bedrijven! Daar moet een ondernemer op kunnen vertrouwen. Zodat hij of zij zijn business kan runnen, kan digitaliseren en kan innoveren. En daarmee kan bijdragen aan meer digitale autonomie, voor Nederland en voor Europa.

DANK U WEL!


Neem deel aan de Werkgroep New Economy

Tot slot nodigen we je uit om deel te nemen aan de nieuwe Werkgroep New Economy, die ISOC NL samen met VNO-NCW heeft opgezet. Deze werkgroep richt zich op de transformatie naar een duurzame en inclusieve economie, met de nadruk op circulaire bedrijfsmodellen, digitale transformatie alsmede inclusief ondernemerschap en werkgeverschap.

Tijdens de New Economy-bijeenkomsten zullen ook andere ISOC NL-werkgroepen presentaties geven, waarin inzichten over verschillende digitale en maatschappelijke thema’s worden gedeeld.

Voor meer informatie over het ISOC NL lidmaatschap, bezoek https://isoc.nl/word-lid-van-internet-society-nederland/. Heb je specifieke vragen of wil je deelnemen aan de werkgroep New Economy? Neem dan contact op via voorzitter@isoc.nl of met Linda Bregman van VNO-NCW via bregman@vno-ncwwest.nl.

Leave a Reply