NU.nl test nieuw annotatie-systeem

Door Peter Olsthoorn

Wat is feitelijk juist, wat is onjuist? Wat is goed gefundeerd en geformuleerd? Dat zijn steeds pregnantere vragen nu de volgende historische ronde met desinformatie, ‘nepnieuws’ genoemd, in volle glorie bloeit. Kunnen kritische lezer/kijkers/luisteraars helpen om tot betrouwbaarder informatievoorziening komen? Make Media Great Again (MMGA) zet daarop in, met een methode voor het leveren van opbouwende kritiek. MMGA introduceert het concept ‘annoteren’ in online journalistiek Nederland maar dan niet zo technisch als het W3C deed.

“MMGA annotaties zijn kanttekeningen bij zinsdelen, een zin of alinea of bij onderdelen van audio of video. Ze vormen uitvoerbare suggesties voor de redacteur om artikelen en audiovisuele producties te verbeteren. De redacteur bepaalt of zij/hij ermee aan de slag gaat. Annotaties zijn direct uitvoerbaar voor de redacteur en vermijden zodoende discussies op basis van persoonlijke voorkeuren. Bovendien motiveren annotaties, mits ze correct  en concreet verwoord, een redacteur om direct een correctie in zijn/haar artikelen door te voeren”, zo rept de website van deze technisch-journalistieke non-profit start-up.

Inmiddels heeft de non-profit startup MMGA al enige media-aandacht gekregen. Zelfs bij NPO1 legde de hoofdredacteur van NU.nl, Gert-Jaap Hoekman, het concept van MMGA uit. Maar dat is geen reden tot juichen of garantie voor succes. Wie kent nog de term ‘burgerjournalistiek’? Wat was dat ook alweer? Nog niet eens zo heel lang geleden liep ineens iedereen weg met een Zuid-Koreaanse OhMyNews? Burgers met notitieblok, en vooral camera’s, zouden de werkelijkheid gaan vastleggen op een veel completer manier dan journalisten tot dan toe gedaan hadden. Want ze waren overal, de beste films van 9/11 kwamen van camera’s van passanten, evenals bij de moord op Theo van Gogh in Nederland.

Let op: CONCEPT design studies, GEEN definitief ontwerp

Niet de minste partijen bundelden de krachten om burgerjournalistiek ook in Nederland op de kaart te zetten: PCM (nu Persgroep), Talpa van John de Mol en Ilse Media (NU.nl); een verbond ‘made in heaven’, met een razend enthousiaste directeur aan het roer die van Skoeps vanaf 2006 een succes ging maken. Een trits ronkende persberichten volgde, alvorens het initiatief smoorde in schoonheid.

Datzelfde gold voor ‘Ik op TV’ van Endemol, en het met vele miljoen opgezette NowPublic in de VS. OhMyNews werd zelf OhMyNews International; pas op New York Times, here we come. Maar in 2011 werd de vlag als nieuwssite definitief gestreken.

Ook Dichtbij.nl van Telegraaf Media dacht later vervolgens lokale journalistiek een heropleving te geven met hulp van betrokken lokale burgers die gingen berichtten. Het ging snel teloor, ondanks forse subsidie. Zo kreeg ik alsnog gelijk: journalistiek is een vak, gelukkig maar, en uitgeven trouwens ook. Net als de ooit even razend populaire broodbakmachines voor het merendeel van de kast naar de zolder naar Marktplaats verhuisden. Efficiënt brood bakken met een goede kwaliteit is een vak, zelf brood bakken een leuke hobby voor thuis.

Succes Bellingcat

Nieuws is weer gewoon een markt van professioneel aanbod. We nemen abonnementen en als het product niet voldoet, zeggen we dat op. Of als het ‘gratis’ is, en is onaantrekkelijk of onbetrouwbaar, dan komen we er niet meer. Adverteerders of subsidiegevers trekken zich terug en de nieuwsdienst gaat op de fles. Zo eenvoudig lijkt het.

Maar is het wel zo eenvoudig? Dat niet helemaal. Want iedereen die van openheid op internet houdt, zal nu verontwaardigd bij deze boude conclusie stilstaan met de opmerking: ‘En Bellingcat dan?’

Geen enkele professionele redactie kreeg met de MH17, de Syrische burgeroorlog, de vergiftiging van Skripal en recent nog de moord op de Arabische journalist Jamal Khashoggi net zo veel boven water als Bellingcat, dat nu gelukkig ook naar Nederland komt.

Toch zegt Bellingcat-oprichter Eliot Higgins: ‘Ik zie mezelf niet als journalist, meer als onderzoeker.’ Bellingcat is immers open voor iedereen en niet aan een medium gebonden. Welk etiket je er ook op plakt, het ‘publiek’, en dan vooral het slimmere of van specifieke kennis voorziene deel, kan wel dagelijks bijdragen aan betere informatievoorziening.

Dit gaat al een stuk verder dan iets eenvoudigs als ‘ingezonden brieven’ waarmee vroeger Henriëtte Boas het redacties lastig maakte als een soort ‘burger-onderzoeker’. Dus ja, er is wel degelijk een directe inbreng van ‘nieuwsconsumenten’ mogelijk die verder reikt en positiever is dan stemmen met je voeten met het opzeggen van een abonnement of niet meer bezoeken van een nieuwsdienst. Of, als je als betrokkene bent geraakt door onjuiste berichtgeving, naar de rechter of de raad voor de Journalistiek stappen.

Inclusiviteit in de breedste zin des woords

Foto credits: Letitia Michelle Wright

‘Klanten’ van media en andere verschaffers van informatie kunnen helpen om kwaliteit van informatievoorziening te verbeteren. Te beginnen in journalistiek, maar gaandeweg ook van andere verschaffers van belangrijke informatie: websites van overheden tot musea. Daarmee maak je gebruik van de openheid van internet -zoals ook ISOC die voorstaat – en biedt de mogelijkheid om binnen en buiten steden maar ook alle lagen van de bevolking om mee te doen, zowel persoonlijk als professioneel.

Redacties en het ‘leger’ van opinieleiders in Nederland zijn immers vaak niet ‘inclusive’ opgebouwd, dus hebben doorgaans een scheve verdeling qua geslacht, herkomst en woonplaats. Met de samenstelling van brede ‘diversiteits’-panels die media-uitingen vanuit verschillende perspectieven nuanceren, denkt Make Media Great Again tot een evenwichtiger informatievoorziening te kunnen komen.

Diversiteit om kwaliteit te verbeteren

‘We vinden het belangrijk dat onze groep met annotators zo divers mogelijk is. Mannen, vrouwen, mensen met een andere etnische achtergrond, minderheden. Zo voorkomen we dat we er bepaalde context over het hoofd wordt gezien. Een meer divers samengestelde  groep kan volgens wetenschappelijk onderzoek de kwaliteit en het vertrouwen verhogen. Onder andere partijen als New York Times, Washington Post, Wall Street Journal, BBC en last but not least The Guardian namen deel aan dergelijk onderzoek. We moedigen iedereen die ons zou willen helpen daarom aan om zich bij ons te melden’, aldus de projectleiding van MMGA.

Diversiteit geen doel op zich

Meer diversiteit onder annotators die om artikelen bekritiseren vanuit een meer divers perspectief*, kan dus de kwaliteit van nieuwsvoorziening verbeteren. Bovendien biedt artikel 7 van de (schijnbaar) vergeten journalistieke ethische code, de Code van Bordeaux,  ook een argument om hier in het algemeen meer bewust mee om te gaan bij media. Zeker in het kader van elegische Volkskrant-publicaties zien sommigen diversiteit onder annotators (die je immers ook weer kunt zien als een communautaire uitbreiding van de redactie) als een kans om media-redacties ‘niet alleen minder “mannelijk wit”, maar vooral overall en generiek meer divers te maken’. Wel een strenge noot van ‘diversiteits kritische’ online media professional John Oliviera :”Het verkrijgen van diverse annotators is geen uitnodiging tot diverser maken van redacties. Sterker nog: je loopt het risico dat redacties achterover gaan leunen. Bon, we gaan uit van het positieve…”

In lijn met ISOC principes

Het hogere doel van MMGA: het brede publiek een transparant middel bieden om te controleren wat de bronnen zijn van nieuws, of ze goed in balans zijn maar ook de gebrachte feiten, verbanden en argumentatie juist zijn en goed geformuleerd. MMGA ziet daarom diversiteit als een middel voor kwaliteitsverbetering en geen doel op zich.  Ook voor ISOC is ‘inclusive discussion and decision-making’ een speerpunt voor de toekomst van het internet.

Toegegeven, dit is een enorm hoge ambitie, zowel wat betreft intentie als technologisch. Dus komen we graag met argumenten om allereerst het vertrouwen in ons en in ons project Make Media Great Again (MMGA) te kunnen staven.

Start-up met subsidie

De ‘We’ bij MMGA is de Stichting Bema die beoogt het maatschappelijk debat in Nederland te bevorderen en te verbeteren, met ondermeer de European Press Prize, inmiddels beheerd door een internationaal consortium (onder andere Reuters en The Guardian Foundation).

Bema is in 2017 nieuw leven ingeblazen met een vernieuwd bestuur van oprichter jhr. mr. Adriaan Stoop, advocaat, bedrijfsadviseur maar ook president-commissaris van NRC Media; Ruben Brave, internetstrateeg van het eerste uur en sociaal ondernemer en Kees van Mourik, digitaal ondernemer en – uitgever met vele startups op zijn naam. Bij MMGA zijn ook onder andere  Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam betrokken. Bovendien heeft het SIDN Fonds haar vertrouwen uitgesproken met een projectsubsidie en heeft het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SvdJ) MMGA geselecteerd voor haar SvdJ Accelerator programma 2018 voor versterking en vernieuwing.

Het noemen van deze betrokkenen van Make Media Great Again behelst veel ‘name dropping’ om maar aan te geven dat het betrouwbare bronnen zijn. Maar deugt ons ‘nieuws’, onze inhoud, dan ook per definitie? Natuurlijk niet, te meer daar we bijvoorbeeld te koop lopen met ‘blockchain’. Tot voor kort reageerde iedereen dan lyrisch, want het was de volgende internetrevolutie, de oplossing voor tal van kwalen. Inmiddels is de hype over, en is blockchain verworden tot een oplossing op zoek naar problemen. Bij MMGA heeft blockchain evenwel al snel een optie gekregen als ‘controle-laag’ voor haar eigen informatie op basis van het principe “Who watches the watchmen“. MMGA ziet als open source organisatie blockchain als middel om transparantie te bieden met het opslaan en borgen van annotaties.

En andere hype kwam ook al snel om de hoek kijken: artificial intelligence (A.I.). Uit veel data van artikelen met aangestipte onjuistheden zouden machines kunnen leren welke elementen en indicatoren in nieuwsvoorziening verdacht zijn en kunnen duiden op het vermaledijde ‘nepnieuws. Hierdoor kunnen annotators effectiever ingezet worden. Wellicht zal het idee van MMGA voor inzet van AI voor het ontmaskeren realiteit worden. Maar omdat de bestrijding van misstanden door alle tijden heen een kat-en-muis spel is geweest, zullen de verspreiders van nepnieuws de AI-software weer weten te omzeilen; of zelf AI weten in te zetten om na te gaan welke soorten desinformatie het best scoren. Iets dat trouwens al aardig vorm begint te krijgen vanuit Sint-Petersburg en omstreken. Evenwel is MMGA dus ook hier realistisch en ziet AI slechts als een hulpmiddel  voor haar annotators om desinformatie aan te pakken; MMGA blijft trouw aan haar kern-activiteiten: deskundige en/of kritische lezers rondom media screenen, trainen en mobiliseren zodat de kwaliteit van hun publicaties verbeterd kan worden. En op die manier desinformatie bij de wortel aanpakken.

Testen met NU.nl

Maar, puntjes op de i, MMGA is geen bestrijder van nepnieuws, maar richt zich op samenwerking (‘collaboratie’ staat op de website, volgens sommigen een verdachte oorlogsterm) met redacties om kwaliteit te verbeteren. De eerste partner is NU.nl, met maandelijks 7 miljoen bezoekers de belangrijkste nieuwsdienst in Nederland.

Geselecteerde, gescreende, getrainde deskundige of kritische lezers

Make Media Great Again en NU.nl testen hoe geselecteerde lezers artikelen kunnen verbeteren door er letterlijk kanttekeningen naast te plaatsen. Daartoe hebben NU.nl en MMGA eerst samen vanuit het lezerspanel van NUJij, met reeds 50.000 geregistreerde brengers van commentaar op artikelen, geïnteresseerde en geschikte critici geworven.

‘Je moet zo’n annotatie zien als een kritische kanttekening,’ legt projectleider Ruben Brave uit bij de SvdJ. ‘Lezers kunnen bijvoorbeeld aangeven dat er in een bepaalde zin sprake is van gebrekkige bronvermelding, of slecht taalgebruik.’ Het systeem verschilt daarmee van het welbekende reactieformulier. Reacties betreffen meestal meningen en gaan over de teneur van een volledig artikel. Annotaties richten zich op specifieke stukjes in een artikel’

Ondergetekende leidt mede een aantal testen met NU.nl: die hebben tot doel om het systeem met annoteren te testen, maar veel meer nog hoe de verschillende betrokkenen ermee om kunnen gaan. Want al heel snel blijkt: betrouwbaarheid kun je niet technisch stutten, maar is een zaak van mensen: de relatie tussen redacteuren en annotators ligt gevoelig.

De meeste redacteuren beseffen heel goed dat positieve kritiek de beste manier is om beter te worden, en uiteindelijk het vertrouwen van hun publiek te vergroten. Maar ze zijn en blijven de eerst verantwoordelijke voor hun berichtgeving. En kritiek kan iedereen goed hebben, mits die respectvol geformuleerd is en ruimte laat voor verbetering.

Als dat goed gaat, leiden de annotaties of kritische kanttekeningen van geselecteerde NUJij-deelnemers en externe beoordelaars naast artikelen tot verbeteringen van formuleringen, evenwichtiger gebruik van bronnen en uiteindelijk tot een hogere betrouwbaarheid en kwaliteit.

Maar dat raakt direct aan het primaire proces van een nieuwsdienst, zeker bij NU.nl, dat haar kracht dankt aan hoge snelheid en het complete ‘coveren’ van het nieuws. Komt daar ineens een ‘zij-instroom’ bij, dan vergt dat aanpassing.

Dat probleem geldt waarschijnlijk in mindere mate gelden voor andere partijen waar MMGA mee gaat samenwerken, zoals andere media met minder ‘haast’ zoals vaktitels, regionale en lokale media. En bijvoorbeeld ook lokale overheden en publieke instanties die graag de betrouwbaarheid, toegankelijkheid en ‘inclusiviteit’ van hun informatievoorziening willen verbeteren.

MMGA maakt ook software om dit te ondersteunen, die werkt op community tools zoals het systeem Talk dat bij NU.nl, Washington Post, New York Times en sinds kort ook NRC in gebruik is. Op dit systeem heeft MMGA een ‘plug-in’ ontwikkeld die voor de hele wereld beschikbaar is.

Verbeter de (media) wereld, start met annoteren!

Wordt dit annoteren nu een succes? Het past uitstekend bij het ‘open internet’, verbetert de ‘inclusiviteit’, de binding met de lezers en vooral het afleggen van rekenschap. Maar het moet nog blijken of daar in ‘de markt’ en ‘de maatschappij’ veel behoefte aan bestaat. Immers, de vorm waarin je zoiets giet, luistert heel nauw.

Burgerjournalistiek ging roemloos ten onder, en de meeste van de ooit zo beloftevolle blogs leiden ook een zielloos bestaan. Maar ondertussen publiceert iedereen naar hartenlust op Instagram, Twitter en Facebook. Dus past MMGA ook enige bescheidenheid: het kan, ondanks tot nu toe geslaagde testen met NU.nl, zomaar richting internetkerkhof verdwijnen. Maar hopelijk symboliseert het een voorbeeld-richting waarmee veel media en andere organisaties die publiceren met plezier beter van worden en hun betrouwbaarheid of binding weten op te waarderen. Wat mooi zou dat zijn.

OPROEP: Annotators, media en donateurs gezocht

MMGA wil graag uitbreiden met andere online media, journalistieke, maar ook van bijvoorbeeld musea en gemeenten, en is op zoek naar meer annotators: intelligente mensen die het boeiend vinden om online publicaties opbouwend kritisch te beoordelen met kanttekeningen. Organisaties en mensen die willen meedoen of het initiatief op wat voor manier dan ook steunen, kunnen zich aanmelden via MMGA.io of kunnen klikken op de reactiemogelijkheid onderaan elk artikel op NU.nl.