De Shortlist voor de ISOC Innovatie Award 2020 is bekend. Hier vind je de omschrijving van de projecten, omschreven door de initiatiefnemers zelf. Op het Nieuwjaarsevent van ISOC zal de Award uitgereikt worden.
Het Algoritmisch Historisch Museum
De belofte is dat algoritmes de wereld eerlijker, mooier en productiever maken. Algoritmes zijn immers gemaakt van pure wiskunde. Die kennen toch geen vooroordelen? Algoritmes spelen een steeds grotere rol in ons dagelijks leven: ze bepalen wat in de schappen van de supermarkt ligt, wat voor muziek we luisteren, welke nieuwsberichten we voorgeschoteld krijgen – ze bepalen letterlijk onze blik op de wereld. Algoritmes zijn gebaseerd op enorme massa’s informatie, van wat we aanklikken op Facebook, tot het moment waarop we afhaken bij een Youtube-video. Algoritmes leren zo onze aandacht vasthouden en ons gedrag voorspellen. Ze kennen ons misschien wel beter dan we onszelf kennen. Het Algoritmisch Historisch Museum wil laten zien dat algoritmes minder objectief zijn dan ze vaak worden voorgesteld. Ze zijn gebaseerd op het wereldbeeld van degenen die ze geprogrammeerd hebben en ze richten zich op wat meetbaar en voorspelbaar is in ons gedrag. Voor de uitzonderingen, voor vernieuwende ideeën, voor alles wat misschien nog veranderen kan, hebben algoritmes weinig oog. Zetten we zonder een kritische blik de sociale innovatie op slot? Worden de ‘old boys networks’ bekrachtigd en geautomatiseerd in ‘old boys algorithms’? Wiskundige Cathy O’ Neil zei het zo:
“If we allowed a model to be used for college admissions in 1870, we’d still have 0.7% of women going to college.” Medialab SETUP nodigt u in dit museum uit voor een gedachte-experiment: wat zou er in voorbije eeuwen zijn gebeurd als we toen al algoritmes hadden gehad? Samen met interactive performance designer Casper de Jong (1992) maakten we dit fictieve museum. We kozen vier periodes uit de Nederlandse geschiedenis, en schreven er algoritmes in. Ontmoet bijvoorbeeld jouw ideale (katholieke) partner uit de jaren ‘50 in Verzuilingstinder. Of maak je eigen zielevlek in een datagedreven jaren ‘20 versie van een beroepentest. Met verschillende interactieve installaties, (vervalst) erfgoedmateriaal en documentatie laten we zien hoe de geschiedenis óók had kunnen lopen. Hadden we met een zelfbevestigende feedbackloop wel afgerekend met onrecht, ongelijkheid of een beklemmende moraal?
Door een complex technologisch thema op deze manier te presenteren, kunnen we een bredere groep mensen meenemen in deze vraagstukken. Het museum ging in première op de Dutch Design Week in 2017 en reist sindsdien door het land, van bibliotheken en overheden tot aan festivals. In 2019 stond het museum onder andere voor een langere tijd in het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Den Haag en op de Dataweek in Breda. Ook in 2020 zal het museum weer op nieuwe locaties te vinden
zijn.
Bring Your Own Identity (InternetWide Architecture)
Onder de naam InternetWide Architecture werken we aan een toekomstige architectuur voor een Internet waarin gebruikers op de eerste plaats staan. Dit wordt uitgewerkt in ‘ARPA2’ projecten. Wat vooral nodig lijkt is om onze online identiteit weer onder controle te krijgen. Overal op Internet wil men ons accounts uitdelen, vaak met beperkte security en twijfelachtige privacy. Daarom start onze architectuur met de stelling dat accounts voortaan de user@domain.name vorm moeten hebben, en gevalideerd moeten worden door de domain.name onder controle van de gebruiker. En die gebruiker krijgt de vrijheid om behalve user ook aliases/pseudoniemen, groepen/rollen en dergelijke op te zetten, eventueel apart voor elke online service. De eigen server kan zelfs automatisch overschakelen, terwijl de gebruiker slechts eenmaal daags inlogt op een basis-account. Dit introduceert wel een probleem: Allerlei diensten moeten, liefst op een voor de hand liggende wijze, deze identiteit kunnen valideren. We noemen dit Bring Your Own IDentity, maar meer technisch spreken we ook van de noodzaak tot Realm Crossover. Daarvoor zijn vrij veel initiatieven in omloop, maar die zijn bijna zonder uitzondering web-only, en dus flink beperkend. Liever integreren we met allerlei andere protocollen.
KXOVER. Onze eerste technische oplossing is gebaseerd op Kerberos. Dat is oude technologie, maar springlevend (denk aan AD) en het zit echt overal in. Bovendien is het Quantum Proof. Kerberos kan ook al aan Realm Crossover doen, maar dat is nu nog handmatig. Ons ontwerp voor KXOVER gebruikt DNSSEC en DANE om het mogelijk te maken voor realms om impromptu een verbindende sleutel tussen twee realms af te spreken. Dat is zeer efficient, want het is bruikbaar voor alle gebruikers van een realm. Het is ook heel praktisch, want er hoeft niets te worden aangepast in Kerberos client software. We zien Kerberos nog altijd als de beste oplossing op termijn, maar de tweede insteek gaat enorm helpen als opstapje.
SXOVER. SASL is een generiek authenticatiesysteem dat in zeer veel protocollen is ingebouwd. Bij SASL biedt de server een keur aan mechanismen aan waaruit de client kan kiezen. Hierdoor kan in het begin nog met passwords worden gewerkt, maar zodra de gebruiker het wil kan worden overgestopt op geavanceerdere mechanismen zoals Kerberos en SCRAM. Dit doorbreekt het probleem waarbij de least-common-denominator bepaalt welk security mechanisme gebruikt wordt. Niet de sufste gebruiker moet dit uitmaken voor iedereen, maar ieder voor zich. SASL is niet geschikt voor Realm Crossover, maar het kan worden aangevraagd door te kiezen voor ons nieuwe mechanisme SXOVER dat via Diameter doorgestuurd wordt naar de client realm, kan toch het gewenste doel worden bereikt. SASL zit in IMAP, POP3, SMTP, LDAP, AMQP en nog veel meer. Het enige protocol dat het (zoals altijd) laat afweten met authenticatie is HTTP. Web-applicaties zijn echter niet de juiste plek om credentials af te handelen; security is daar te zeer een sluitstuk en gebruikerskeuze is op zijn best netelig. Hierom hebben we ook een embedding ontworpen om HTTP eindelijk onafhankelijk te laten profiteren van het werk aan security mechanismen, net als de andere protocollen. Dat is onze HTTP SASL specificatie en proof-of-concept.
The explain.direct Project
Leading universities world-wide are investing an incredible amount of time and effort in creating and publishing educational resources for the masses. Ranging from Harvard and MIT in the United States to the Delft University of Technology in the Netherlands, these universities are eager to contribute to global education by providing these resources for free. However, these institutions are near-universally dealing with what is called “the discoverability problem”: how to direct learners to this invaluable learning material? The explain.direct project aims to help universities bring these open educational resources (OER) to the masses. Many disparate locations of learning material exist, but as of yet there isn’t a single place which combines these resources to make them easily discoverable for learners. Using a wide array of deep content metadata extraction techniques, which we developed together with the Web Information Systems group at the Delft University of Technology, the Explain search engine indexes content from a broad variety of sources. With this search engine, learners can then discover the learning material they need through a fine-grained topic search or through uploading their own content (eg. exams, rubrics, excerpts) for which learners require additional educational resources. The project is still in active development, and the first pilots are currently being planned with the MIT OpenCourseware group, with talks ongoing with a variety of other institutions. Coming year is going to be an exciting one, where we will start seeing the fruits of our multi-year efforts to get this project off the ground and into the hands of learners world wide!
Foundation for Public Code
Our mission is ‘to enable public-purpose software and policy that is open and collaborative’. This results in higher quality services for the public that are more cost effective, with less risk and more local control. We define ‘public code’ as open source developed by public organizations, together with the policy and guidance needed for reuse.
In public organizations like cities, digital services now execute and modify policies which became legal code through democratic procedures. The software running our society is often hidden in proprietary codebases, producing and harboring data not publically owned or accessible. Because public code serves the public interest, we believe it should be open, legible, accountable, accessible and sustainable. Building open, modular, portable public code gives public organizations more control and greater opportunity to reflect local values in their software development and implementation.
Codebase stewardship is quality auditing of source code, nurturing developer communities, strengthening marketing and product management to increase reusability, and helping public organizations and their vendors understand how they can best use public code with their existing systems. The Standard for Public Code operationalizes our mission, providing concrete standards and best practice for how to make public code reusable, maintainable, findable and procurable.
Since launching in June 2019, we’ve had active membership conversations with 20 municipalities, 1 province, 4 national frameworks for municipal collaboration, 4 national governments and 2 European Union directorates. We’re currently developing and testing our codebase stewardship resources and approach. We’ve started assessment on 6 codebases, many used transnationally. These range from an online participatory democracy platform to tools for cities to manage information inbound from citizens, its flow between departments and subsequent response to citizens.
Based in Amsterdam, the Foundation for Public Code Vereniging is a member-owned public benefit (ANBI) association. Only wholly publicly owned organizations qualify for membership. We only work on open projects. Everything we create is designed for reuse (licensed Creative Commons Zero v1.0 Universal).
The Green Web Foundation
The Green Web Foundation started in 2011 after it took over the tools from Cleanbits BV (2006- 2011) that pioneered a model to show internet users if a site was hosted green, and website owners a way to green their sites if they were not. To be able to do this, Cleanbits had to develop a global database with signifers connected to green hosters. The Green Web Foundation extended the webtools into an API-service, that can be accessed automatically through The Green Web browser addons: users can while they visit sites, see directly if the site is hosted green or grey. At the same time, the manual process of adding AS-numbers and update ip-ranges was transformed into an self-admin environment that needs just a short manual check before the changes are implemented in the system. Lastly, the addons were updated with the support of SIDN, to display links to green sites before you visit them, and to label search results directly when searching at Google, Bing and Yahoo. The use of the system grows steadily over time: the Green Web Directory is comprised now of 524 green hosters in 63 countries, and a global userbase of the browser addons currently do around 7- 8 million daily lookups, registering a factor 20 of growth during 2019. 2019 was a special year for us: the (sometimes) paid team grew from 2 to 4 people with the addition of Chris Adams and Jonathan Sundqvist. NLnet Foundation granted us funding for creating the world’s first search engine at https://searx.thegreenwebfoundation.org that will exclusively show green hosted results, empowering environmentally conscious web-users that will in turn motivate website-owners to take this matter even more seriously. Furthermore, the funding from NLnet and the Prototype Fund in Germany made it possible to open source all our code and open up the close to 2 billion lookups that people have performed since 2011 through the platform. We’re still in the process of implementing these steps, and look forward to what 2020 might bring for TGWF!
Schluss
Schluss geeft jou weer controle over je persoonlijke gegevens op hetinternet. Simpel gezegd: met Schluss heeft iedereen een digitale kluis. In die virtuele kluis kunt je al je persoonlijke gegevens opslaan. Van eenvoudige adressen tot complexe financiële en medische gegevens. Alles! Jij bepaalt wie je inzage geeft: in welke gegevens, voor welk doel en eventueel voor welke periode. En je kunt deze inzage uitbreiden naar meer gegevens, verkleinen of zelfs helemaal stoppen. En bovendien is jouw informatie altijd up-to-date en correct. We draaien de informatiestroom op het internet dus om: in plaats van op honderdduizenden plekken verspreid, is jouw informatie nog op één plek beschikbaar: in jouw digitale Schluss-kluis. Technisch best ingewikkeld maar ontwikkelingen gaan hard! Voor de techniek scheiden we drie essentiële lagen benodigd voor een systeem als dit. Een Trias politica! We reserveren één laag voor de identificatie en authenticatie; één laag voor de autorisatie en één laag voor de opslag. De laatste natuurlijk in een gedistribueerd systeem (IPFS). Grote partijen ontwikkelen momenteel op deze drie onderdelen. Wij knopen die OS-technieken onder water aan elkaar en presenteren het dashboard eroverheen. Zodat er ook geen ‘vendor lock-in’ ontstaat. Het grote doel bereiken in stappen, We weten natuurlijk best dat we onszelf een gigantisch doel stellen. Maar in drie grote stappen is het haalbaar. En we zien diezelfde drie stappen ook in de markt ontstaan zoals o.a. bij het programma Regie op Gegevens.
- In stap 1 download je gewaarmerkte gegevens van een organisatie in je Schluss kluis waarna je inzage aan derden kunt gegeven;
- In stap 2 zijn je gegevens nog steeds opgeslagen bij organisaties zelf. Zoals de bank, gemeente of dokter. Maar jij bepaalt met wie ze deze gegevens nog meer mogen ‘delen’. Je kluis als sluis maar jij ‘in control’. We kijken natuurlijk ook naar Solid;
- In stap 3 slaan organisaties gegevens over jou op in een databasesysteem van persoonlijke kluisjes: in jouw eigen Schluss kluis.
Alleen samen kunnen we het internet veranderen. Daarom is de software van Schluss Open Source. En om te garanderen dat Schluss te allen tijde van en vóór de mensen blijft, wordt Schluss een coöperatie waar iedere Schluss-gebruiker mede-eigenaar van is. Een organisatie als deze mag nooit en te nimmer een commerciële organisatie worden waar het gaat om aandeelhouderswaarde en winstmaximalisatie. Schluss wordt momenteel samen met partners ontwikkeld. Samen bouwen, testen en valideren we techniek en UX/UI door het doen van Proof of Concepts. Zoals momenteel bijvoorbeeld met De Volksbank, IOTA, SSI wallets, iHAN en onze eigen NL-overheid. Binnenkort gaan we ook met IRMA aan de slag.
Sylk Suite
Internet made rich multimedia communications possible in realtime by using software tools in an innovative way and across large distances. Communication and online collaboration goes nowadays hand in hand.
What does not go hand in hand with this, is the protection of the end-user privacy. Mostly everyone today is accustomed to using online collaborations tools for free, because they were made available by corporations like Google and Apple and Facebook. All these so called “free services” come at a cost, though. When something is free but is offered by corporations with an agenda that is anything but benevolent, one should look for alternatives. If there are none, one should help them emerge and thrive.
Thanks to the backing of Stichting NLnet as well as other sponsors from the past, AG Projects developed Sylk Suite. Sylk Suite offers an open source client/server solution, which is interoperable with long term established and accepted Internet standards. This allows end-users to empower themselves without compromising their privacy, which is not something that should be negotiable. By using Sylk Suite, communicating with family or establishing new business relations has no hidden costs. The software tools are fully under end-users’ control and if they decide to host them on a public infrastructure, it is easy to control and audit where and how data flows. Video calls, screen sharing, text chat, high quality audio and file transfers were never made easier and are packaged in a ready to go software that requires no prior knowledge of the bits and bytes involved into these tools. One can have one to one calls or create multi-party conferences by using a Web browser, a standalone desktop application or by using a client based on SIP and XMPP standards. We provide a ready to use desktop application called Sylk Client, a web page part of the public SIP2SIP.info service as well as the server source code so that you can deploy them at your premisses.
We wish to make the application available on modern mobile devices like and smart-phones and tablets. We hope you will enjoy using our high quality communication tool by downloading it from http://sylkserver.com
VPN (Virtual PUB Network)
VPN (Virtual PUB Network) is a local virtual network that enables users within its geographic radii to autonomously share information, communications and resources. The network is composed of a light and portable hardware architecture, a communications interface, and a shared file server. As open source structural instrument, VPN provides a methodology for circulating local knowledge and an emancipatory means
for community communication independent from large platforms and providers. VPN is a form of ontological anarchism opposed to the platformization of institutions. It builds a temporary zone of participation and trust that connects allies in situated knowledge. By designing and constructing a local network infrastructure, VPN distributed nodes generate space for knowledge and creation in between. Four locations around Amsterdam have been connected through a VPN network. Three nodes are installed physically at different locations, one node is nomadic,
hosting a radio station reporting live as it travels the city. The nomadic node is installed on a vehicle roving across Amsterdam hosting a live radio broadcast. The live feed report goes through a voice to text recognition software, streaming into the VPN network appearing in the interface as a scrolling story. The remaining three nodes stream the live feed mixing it with archive material stored locally in the network. One node, also called access point, is installed at Sandberg Instituut. It hosts a text archive. It is also pairing assigned keywords from the live feed with matching text snippets from this archive. Every time a user connects at this location, a new red leaf appears on the interface, making visible the user’s presence. The second node is installed at Looiersgracht 60. This node hosts a sound library and the script file. It also remixes sounds from the library into the live feed. A proxy has been installed resulting in images appearing corrupted. Every time a user connects at this location, a new yellow leaf grows, making visible the user’s presence. The third node was installed in Amsterdam Noord, It hosts an Image library and the front page. Here users
are able to see images clearly. It is also modifying and altering all the sounds and texts that passes through it. Every time a user connects at this location, a new green leaf grows making visible the user’s presence. This network architecture intertwines two years of student activity within Sandberg Instituut, experimenting with publishing possibilities, collaborative processes and autonomous connectivity.
XS4All Webarchivering
Innovatie-erfgoed in gevaar: een jaar geleden maakte KPN bekend dat XS4ALL zal opgaan in het moederbedrijf. Daarmee gaan ook de bijna 20.000 homepages en meer dan een kwart eeuw Nederlandse webgeschiedenis offline. XS4ALL is een van de oudste particuliere providers ter wereld en werd op 1 mei 1993 opengesteld voor het publiek. Omdat het een van de eerste providers van Nederland was, hebben veel bekende en onbekende internetpioniers hun eerste persoonlijke website hier ondergebracht. Juist doordat XS4ALL zo lang bestaat, zijn veel van deze homepages nog steeds online, met alle innovatieve, gedurfde, maar vaak vergeten experimenten en uitvindingen op het gebied van techniek, vormgeving en inhoud van het vroege Nederlandse web. De XS4ALL-homepages vormen de meest grootste en meest interessante collectie digitaal geboren erfgoed van Nederland dat nog online is, omdat ongeveer 20% daarvan nog voor 2001 dateert. Deze collectie is ernstig bedreigd, omdat die sites alleen op de servers van XS4ALL staan en nergens anders bewaard zijn. Ook is 90% van de sites niet in het Internet Archive of in een andere webcollectie aanwezig. Daarmee zijn deze homepages zeldzamer dan menig wiegedruk op papier, omdat daar vaak meerdere exemplaren van bewaard zijn gebleven. Het project “Redden wat van waarde is: webarchivering homepages XS4ALL” van de Koninklijke Bibliotheek – Nationale Bibliotheek van Nederland (KB) is een unieke kans om de nog overgebleven bronnen van innovatie op het vroege Nederlandse web te bewaren voor de toekomst. Vanwege deze buitengewone gelegenheid zal een innovatieve (en arbeidsintensieve) aanpak worden gehanteerd die tot nu toe nog niet in Nederland of daarbuiten is gebruikt. De homepages worden zo authentiek mogelijk gearchiveerd om in de toekomst te kunnen worden gebruikt als betrouwbare historische bron. Hierbij wordt voor het eerst de nieuwste versie van de webarchiveringssoftware (de Webcurator Tool) gebruikt die in de afgelopen twee jaar door de KB in samenwerking met de National Library of New Zealand intensief is doorontwikkeld. Daarnaast zal de inhoud van de belangrijkste homepages door middel van oral history methodes samen met de oorspronkelijke makers worden beschreven, om zo het belang en de betekenis te begrijpen en zo helder mogelijk vast te leggen. Ook wordt zoveel mogelijk data en achtergrondinformatie verzameld, onder meer door digital humanities methodes als linkanalyse te gebruiken. De innovatie uit het verleden moet als inspiratie voor de toekomst kunnen dienen. Het doel is om deze collectie en de data van zo open mogelijk te maken voor belangstellenden en wetenschappelijk onderzoek. Zoveel mogelijk kennis en informatie over deze webcollectie zal beschikbaar komen die op dit moment nog alleen diep in de online collectie verborgen zit. De KB wil deze collectie ook gebruiken om de aandacht te vestigen op de kwetsbaarheid van ons online digitale erfgoed en het belang van de beschikbaarheid van open en betrouwbare webarchieven waar kennis en informatie op een veilige manier worden bewaard en kan dienen als inspiratie- en kennisbron voor toekomstige webontwikkelingen. Nergens anders ter wereld dan bij de KB zal straks zo een scherp tijdsbeeld van een van de meest innovatieve periodes van de Nederlandse digitale geschiedenis beschikbaar zijn. Nederland was een van de eerste en meest innovatieve pioniers in de geschiedenis van het internet. Juist omdat Nederlanders zo voorliepen in digitale innovatie, heeft het bewaren van dit digitale erfgoed als ons nationale bedrijfskapitaal voor de toekomst te weinig aandacht gekregen. Juist doordat we de herinnering aan deze innovaties al zijn kwijtgeraakt of nu actief aan het wissen zijn, worden we keer op keer gedwongen om tegen hoge investeringskosten opnieuw het digitale wiel uit te vinden of verwachten we technologische wonderen uit Silicon Valley of China die voortborduren op iets wat we ooit zelf al hadden bedacht, maar toen niet te gelde hebben gemaakt. Daarnaast is er sprake van een enorme verspilling van kostbare data die ons in de toekomst nieuwe innovaties, kennis en inzichten en daarmee misschien zelfs wel voorspoed zou kunnen opleveren. Project webarchivering XS4ALL-homepages werd mede mogelijk gemaakt door genereuze ondersteuning van het SIDN fonds en de Stichting Internet4all. Het webarchiveringsteam van de KB bestaat uit meerdere professionals van de afdeling Collecties en de afdeling Digitale Duurzame Toegang met ieder hun eigen expertise. Meer informatie over het webarchief en webarchivering in de Koninklijke Bibliotheek kan worden verkregen bij Kees Teszelszky, conservator digitale collecties: https://www.kb.nl/webarchivering of webarchivering@kb.nl