De Ronde Tafel Desinformatie kwam voor de vierde keer bijeen bij The Institute for Information Law (IViR) bij de Universiteit van Amsterdam . Als vervolg op de vorige sessie, waarin de introductie van de Digital Services Act (DSA) centraal stond, lag in deze bijeenkomst de focus op de financiële prikkels die online desinformatie in stand houden. Clare Melford sprak over het doel van The Global Disinformation Index (GDI), een organisatie die het business model achter desinformatie probeert te doorbreken. Daarna sprak Jesper Vaarwerk, juridisch adviseur bij Follow This, over hoe deze organisatie probeert het klimaatprobleem direct aan te pakken bij verantwoordelijken (bijv. Shell) via aandeelhoudersactivisme. Deze casus werd als inspiratie gebruikt om na te denken over soortgelijke constructies waarmee big tech bedrijven mogelijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden. Moderator Zara Toksöz begeleidde de sessie. Vanuit Internet Society Nederland zijn voorzitter Ruben Brave alsmede dr. Jean Wagemans en dr. Federica Russo van de Universiteit van Amsterdam en de ISOC NL MMGA Working Group betrokken bij de Ronde Tafel Desinformatie.
Deel 1: Presentatie over de Global Disinformation Index
Clare Melford, oprichter van de Global Disinformation Index (GDI), legde uit hoe haar organisatie de financiële stimulans die schuilt achter desinformatie-advertenties tegen probeert te gaan, om zo de verspreiding van online desinformatie te bestrijden. Desinformatie is niet simpelweg een kwestie van “waar of onwaar”, maar bestaat uit “adversarial narratives” (tegenstrijdige verhaallijnen) die de democratie, mensenrechten en wetenschappelijke vooruitgang kunnen ondermijnen. Ze benadrukte dat handelsmerken niet altijd verantwoordelijk zijn voor advertenties op desinformatie websites. Tussen de adverteerder en de website bevindt zich namelijk een zeer complexe markt die de afgelopen 10-15 jaar is ontstaan. Algoritmes bepalen de inhoud die mensen te zien krijgen op basis van aantrekkelijkheid en emotie-triggerende, ongenuanceerde content trekt over het algemeen de aandacht, wat heeft geleid tot een toename van desinformatie. Desinformatie-exploitanten profiteren van dit algoritme. Algoritmes baseren zich namelijk op ‘engagement’ als een van de belangrijkste factoren die bepalen wat er de volgende keer wordt geplaatst en waardoor risicovolle of misleidende inhoud meer zichtbaarheid krijgt dan minder misleidende of minder spannende inhoud. GDI gebruikt een combinatie van AI en deskundig inzicht om risicoclassificaties te geven en zo controversiële inhoud op nieuwswebsites te beoordelen en advertentiegeld weg te leiden van desinformatiesites naar kwaliteitsjournalistiek. Het doel hiervan is dat alle adverteerders de mogelijkheid krijgen om te kiezen waar hun advertenties terechtkomen. De risicoclassificaties worden alleen gedaan op openweb nieuwswebsites, niet op sociale media. De gegevens kunnen daarentegen wel worden gebruikt om sociale platformen te vinden die aan de beoordeelde websites zijn gekoppeld.
Deel 2: Presentatie Jesper Vaarwerk, Juridisch adviseur van Follow This
Follow This is een grassroot en non-profit organisatie dat aandelen van grote olie- en gasmaatschappijen koopt om spreektijd te claimen tijdens aandeelhoudersvergaderingen om op deze manier grote klimaatvraagstukken te agenderen. De organisatie benadrukt dat het klimaat geen politiek probleem is, maar dat het een groot financieel aspect heeft. De missie van Follow This is om grote vervuilers door middel van het indienen van een Klimaat Resolutie te dwingen hun emissies te verminderen in overeenstemming met het 2015 Klimaatakkoord van Parijs. Deze resolutie dwingt olie- en gasbedrijven ertoe te reageren op kritiek van aandeelhouders, zoals onvrede over greenwashing en desinformatiecampagnes. Als de olie- en gasbedrijven tegen deze resolutie zouden stemmen, zou dit namelijk betekenen dat ze niet de intentie hebben om zich aan het Klimaatakkoord te houden
Deel 3: Presentatie Ruben Brave, voorzitter van ISOC, en Ronde Tafel Discussie
Ruben Brave, voorzitter van het Internet Society Nederland (ISOC) presenteerde waarom aandeelhoudersactivisme een belangrijk onderwerp is voor civil society organisaties zoals het ISOC, die een multistakeholder benadering aanhangen en hun arsenaal aan methodes uitbreiden met dit soort activism. Hij stelde hierbij de volgende vraag: wat zouden de voorwaarden voor de deelnemers van deze ronde tafel sessie zijn om zich als aan te sluiten bij een shareholder activism initiatief van ISOC Nederland? Kunnen de deelnemers zich aansluiten als aandeelhouder bij grote adverteerders bijvoorbeeld, om ze te bewegen keuzes te maken waardoor hun beleid beter aansluit bij de publieke waarden? En bestaan er wellicht andere methodes, buiten beleid om, die op een effectieve manier belangen kunnen behartigen om het internet veilig en toegankelijk te maken voor iedereen? Vervolgens werd er in groepen gediscussieerd over het toepassen van aandeelhoudersactivisme op het probleem van online desinformatie en hoe economische instrumenten de kwaliteit van het internet kunnen beïnvloeden. Ook werden de volgende vragen besproken: Welke economische instrumenten zijn er beschikbaar om invloed uit te oefenen op de kwaliteit van het internet? Moeten we – naast boetes, regulering en wetgeving zoals de DSA – ook activistische aandeelhouderschap meenemen in de activiteiten om de grote platformen die desinformatie verspreiden tegen te gaan? En hoe kunnen de overheid, de journalistiek en andere relevante actoren in media-gerelateerde sectoren hier een concrete rol in spelen?
Zie hierbij de presentatie zoals gegeven door de sprekers gezamenlijk:
Enkele bevindingen en vragen die uit de discussie zijn gekomen:
Hoe kunnen we op een verantwoorde manier bepalen wat betrouwbare informatie is om de macht van advertenties te verschuiven?
- Kun je financierders aanspreken op hun financieringskeuzes zolang het niet illegaal is om misleidende advertenties te financieren?
- Het voorbeeld van Follow This en aandeelhoudersvergaderingen is toe te passen op sociale media als Facebook. Meta staat beursgenoteerd, dus er zijn mogelijkheden. Je zou via deze route namelijk de verspreiding van desinformatie a.h.v. algoritmes in kaart kunnen brengen. Maar welke vraag ga je ze stellen?
- Wat gaat de nieuwe wetgeving voor impact hebben? Dat zou een groot verschil kunnen maken in het tegengaan van online desinformatie. Het is vervolgens de taak voor de journalistiek om te zien of grote bedrijven zich daadwerkelijk aan de wet gaan houden.
Deel 4: Hoe verder?
Tot slot is er besproken wat de mogelijkheden zijn om verder te gaan, zowel op het gebied van aandeelhoudersactivisme, als met de ronde tafel sessies over desinformatie in het geheel. Qua aandeelhoudersactivisme was er interesse om het onderwerp verder uit te diepen door middel van discussies en presentaties met experts. Ook werd er besproken of er specifiek onderzocht kon worden wat precies de mogelijkheden van het aandeelhoudersactivisme binnen de groep die was uitgenodigd voor deze ronde tafel sessie. Een van de vragen die hierbij werd gesteld was of het mogelijk was om met enkelen uit deze groep bijvoorbeeld aan te kunnen schuiven bij grote adverteerders, om ze te bewegen keuzes te maken die ervoor zorgen dat hun beleid aansluit bij publieke waarden. Ook was er interesse getoond om meetings over het onderwerp desinformatie in het algemeen door te zetten. Zo werd bijvoorbeeld gesuggereerd om een multi-stakeholder overleg te houden, inclusief experts buiten mediabedrijven, om de bewaking en kwaliteit van online informatie te bespreken.