Wat moeten we met de Wiv?

De regering is voornemens de Wet op de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) aan te passen en de bevoegdheden van de diensten aanzienlijk uit te breiden als het gaat om het grootschalig kunnen tappen op internetinfrastructuur. De huidige wet dateert uit 2002, en deze zou achterhaald zijn. Sindsdien is met name de communicatie via het internet explosief toegenomen, en om de Nederlandse diensten de instrumenten te geven om een dreigingsbeeld te kunnen vaststellen en verdachte gedragingen van terroristen (in spe) te kunnen opsporen en monitoren, moeten de diensten ‘ongericht’ kunnen intercepteren op ‘kabels’.

Momenteel bestaat deze bevoegdheid alleen in het draadloze domein, welke over de jaren is ingezet om in bulk satellietverkeer te onderscheppen. De regering wil de wet nu technologie-neutraal maken, in het kader van het beschermen van de ‘nationale veiligheid’. Oftewel: de diensten moeten massaal kunnen tappen op de fibers en de Nederlandse internet-backbone. Het wetsvoorstel zelf is overigens nog niet geopenbaard: het is de intentie deze ter publieke (internet) consultatie te presenteren in april.

Massale internet-tap

ISOC Nederland heeft begrip voor de positie van de diensten, en dat de veranderde praktijk van communicatie zich lastig kan verhouden tot de wet- en regelgeving waar zij zich momenteel aan moeten houden. Echter, de geformuleerde plannen om de bevoegdheden van diensten sterk uit te breiden naar het ‘kabelgebonden domein’, wat wel degelijk neerkomt op een potentieel massale internet-tap, zijn volgens ISOC Nederland buitenproportioneel: niet alleen in termen van privacyschending, maar ook als het gaat om het breder aantasten van het vertrouwen om online zaken te doen. Met alle economische schade van dien voor de Nederlandsche digitale infrastructuur. ISOC Nederland staat voor een vrij, open en neutraal internet voor allen, en daar past dit soort spionagepraktijken niet bij, zeker als ze niet voldoende gelegitimeerd zijn.

Daarbij komt dat ISOC Nederland er niet van overtuigd is dat de inzet van nieuwe, uitgebreidere, bevoegdheden effectief zal zijn, En dat het doel ook daarom de middelen niet heiligt. De recente aanslagen in Parijs en Kopenhagen tonen aan dat daders al lang op de radar van diensten waren (geweest), en dat de oplossing voor het vermijden van verdere aanslagen dan ook niet gezocht moeten worden in meer bevoegdheden.

Doelgericht en ‘checks and balances’

Op 10 februari jl. vond een Algemeen Overleg plaats in de Tweede Kamer (Commissie Binnenlandse Zaken) waar het het kabinetsstandpunt besproken werd. Daar verklaarde Minister Plasterk dat de term ‘ongericht’ zou komen te vervallen in de nieuwe wet, en dat daarvoor in de plaats ‘doelgericht’ zou komen. Wat we ons daar precies bij moet voorstellen is nog zeer onduidelijk, de Minister kwam niet veel verder dan een vaag voorbeeld met betrekking tot het filteren van telefonieverkeer tussen bepaalde landen. Wel lijkt de wet een betere serie aan waarborgen te gaan bevatten, de ‘checks and balances’. Wat ISOC Nederland betreft zouden deze in de huidige wet opgenomen mogen worden. Maar hoe transparant één en ander zal worden? Het wachten is vooralsnog op het wetsvoorstel en de bijbehorende Memorie van Toelichting.

Suggesties welkom

ISOC Nederland is met meerdere partijen in overleg hoe met dit dossier om te gaan en hoe Tweede Kamerleden, met name de woordvoerders, van relevante informatie te voorzien om hen te helpen bij het innemen van een uiteindelijk standpunt. Bij deze willen we jullie vragen welke rol jullie voor ISOC Nederland hier zien weg gelegd. Iedere suggestie is welkom.

‘To be continued’ dus…

Namens ISOC Nederland
Bastiaan Goslings